“Een derde van al het voedsel dat wordt geproduceerd op de wereld, wordt verspild.” Zo, dat is een binnenkomer. “Voedselverspilling is daarmee de nummer één oplossing tegen klimaatverandering.” Dit belang zag Albron ook en daarom werd er anderhalf jaar geleden een rol gecreëerd voor Dick.

“Foodservice organisaties, zoals Albron, hebben een grote rol in de vermindering van voedselverspilling. Wij hebben ruim 800 locaties in diverse branches, op het werk, in de zorg, in de horeca en in je vrije tijd. Een monsteroperatie, maar juist een kans om impact te maken.”, vertelt Dick. Zijn project is opgedeeld in drie vereisten om succesvol voedselverspilling te kunnen gaan verminderen.

Nummer één gaat over het in kaart brengen van de verspilling en doelen bepalen. “We hadden op een aantal locaties al een Orbisk staan, een slimme weegschaal die verspilling registreert. Die gaf ons heel veel inzicht om gericht acties te ondernemen. Zo daalde de voedselverspilling in ons Center Parcs restaurant Evergreenz met maar liefst 50%. Registratie is dus key.” Dat moest breder ingezet worden en daarom is de bestaande registratiemethode verbeterd om het bruikbaar te maken voor alle locaties.

Als tweede vereiste staat het inzicht in en de monitoring van voedselverspilling en derving centraal. Dick: “Dit gaat over inzicht hebben in de cijfers. We maken bijvoorbeeld onderscheid tussen inkoop- en verkoopderving. Deze data is super waardevol. Zo weten we waar onze grootste verspilling plaatsvindt en dus ook waar we gericht acties op moeten nemen om te verminderen.”

Als derde: governance. Hoe besturen we verspilling? En hoe zorgen we dat verspilling registreren geborgd wordt in de organisatie en dat de locaties handvaten hebben om verspilling te verminderen? Een cruciale stap. Hierbij horen concrete plannen en acties en wie waar verantwoordelijk voor is.

“Ik had verwacht dat het moeilijk zou zijn om iedereen mee te krijgen. Collega’s zijn hartstikke druk en deze registratietaak uitvoeren kan aanvoelen als een extra belasting. Daarom probeer ik het belang van het verminderen van verspilling duidelijk te maken. Ik moet eerlijk zeggen, het valt me mee. Want wat blijkt: vrijwel iedereen is gemotiveerd om minder voedsel te verspillen. Mensen hebben daar verschillende redenen voor. De één vindt het gewoon zonde om goed eten weg te gooien, de ander denkt aan het klimaat en de volgende ziet vooral de kostenbesparing. Allemaal goede redenen, zolang het maar gebeurt.”

Dick werkt graag evidence-based. “Pas als je inzicht hebt, weet je waar je op bij moet sturen.” Hij pakt er een model bij. “Het voorkomen van voedselverspilling is prioriteit nummer één”, legt hij uit. “Daarvoor zijn we de organisatie nu aan het inrichten volgens de eerder genoemde drie stappen. Maar er blijft altijd voedsel over. Die reststromen willen we ook zo goed mogelijk verwerken. Het liefst als voeding voor mensen. Daarvoor werken we samen met Too Good To Go en dat willen we uitbreiden met donaties aan lokale voedselinitiatieven. Maar ook het ontwikkelen van nieuwe producten hoort hierbij. Zo ontwikkelden we handzeep van sinaasappelschillen. En oesterzwammen van koffiedik. We proberen zo inventief mogelijk met onze reststromen om te gaan.”

“Ik denk dat we vooroplopen. En dat is goed. Als grote foodservice organisatie kunnen en mogen we onze eigen rol niet onderschatten als het om voedselverspilling gaat.” Dit jaar is bedoeld om de registratie, monitoring en governance gereed te hebben en het in de dagelijkse werkzaamheden in te passen. Volgend jaar zijn we dan klaar om écht impact te kunnen maken.”